Hanoi- Tam Coc- Phong Na - Reisverslag uit Sa Pá, Vietnam van Onno en Laura - WaarBenJij.nu Hanoi- Tam Coc- Phong Na - Reisverslag uit Sa Pá, Vietnam van Onno en Laura - WaarBenJij.nu

Hanoi- Tam Coc- Phong Na

Door: Laura

Blijf op de hoogte en volg Onno en Laura

28 Februari 2019 | Vietnam, Sa Pá

Als we na een best behoorlijke nacht (meenemende dat we eigenlijk op een piepschuimen plank met laken er overheen lagen) voor de wekker wakker worden van onze buren en overburen die duidelijk al wakker zijn, staan wij ook maar op.
Door de ijskoude busreis waarbij we 6u vol in de airco hebben gelegen op weg van Sapa naar Hanoi ben ik snipverkouden geworden. Dat ik de halve reis zelfs met mijn hoofd onder mijn sjaals en twee dekens heb gelegen heeft het niet kunnen voorkomen. Mijn keel doet pijn en ik ben mijn stem bijna helemaal kwijt. Gisteravond voelde ik het al gebeuren, de kou trok beetje bij beetje naar binnen. We zijn nog op zoek gegaan naar gemberthee maar die was om 23u niet meer te krijgen, wel bier, maar daar hadden we niet zoveel aan en de goedbedoelde kamillethee is nu behulpzamer dan gisteravond. Jammer maar helaas, dan maar uitzieken nu.
Warm water doet het nog steeds niet in dit hotel en om nu twee keer achter elkaar een koude douche te nemen is wat overdreven. Daarnaast kan je je afvragen of je in deze badkamer vol kalk en andersoortige aanslag van de afgelopen paar jaar überhaupt wel schoon kan worden.

Op deze manier is het wel opschieten, dus binnen 20 minuten lopen we bepakt en bezakt naar buiten, op naar het busstation. Ontbijten bewaren we voor later, eerst maar naar het busstation, de bus vertrekt 1x per uur, afhankelijk van hoeveel tijd we dan nog hebben, ontbijten we vroeg in Hanoi, of brunchen we in Ninh Binh zodra we daar aankomen. De busreis duurt twee uurtjes en een kwartier over 100 km dus hoe dan ook ontbijten we dan een beetje op een acceptabele tijd (dachten wij naïeve westerlingen die gewend zijn aan strakke schema’s)
De ochtendspits van Hanoi is in volle gang en we worstelen ons een weg door de verkeersjungle, tegelijk met honderden brommertjes, bussen, taxi’s en loopfietsen. Alles gaat door elkaar. Het is maar 2 km lopen en we passeren tig kleine winkeltjes waar ze van alles verkopen, winkeltjes met soep, anderen verkopen brandstof, reizen, noem maar op. Het is veel van hetzelfde en het is bijna niet voor te stellen dat ieder winkeltje daadwerkelijk voldoende omzet kan genereren om van te leven, temeer omdat we nagenoeg niemand voor een winkel zien stoppen terwijl we langslopen.

Als we met een omweg uiteindelijk het busstation bereiken is het even puzzelen waar we zijn moeten. Er zijn tientallen balies en het merendeel wat op de borden achter de balie staat is in het Vietnamees geschreven. Af en toe herkennen we plaatsnamen maar op deze manier de bus naar Ninh Binh vinden kan nog wel even duren.
Een man met een groen petje die ook achter de balie staat, wenkt ons naar een kassa. (Wenken hier is trouwens de beweging die wij maken als we ‘wegwezen’ bedoelen, waardoor het een beetje gek is om dan toch naar hem toe te komen). We vragen bij de dame van de kassa of ze een ticket naar Ninh Binh heeft en de man met het groene petje knikt meteen overdreven duidelijk ja. Bij navraag blijkt de bus om 8.30 te vertrekken en het is nu 8.34 en we moeten de bus nog zoeken. Het zou jammer zijn als we straks terug moeten voor een nieuw ticket omdat deze verlopen is. Maar de man met het groene petje staat bijna te springen zo hard knikt hij, dat het nog steeds kan. We nemen de gok. Als de dame het ticket regelt, laat de man ons alvast in gebarentaal weten dat het 2x70.000 Dong is, blijkbaar heeft hij haast. We betalen en we ontvangen een ticket. Nu de bus nog vinden. De man met het groene petje blijkt weer behulpzaam, hij is vanachter de balie meegelopen en wenkt ons nu door het poortje heen, zou hij echt zo aardig zijn, of is dit een grap. Door de wirwar van bussen heen volgen we hem en belanden we bij een volkomen lege bus. We leveren onze kaartjes in bij de man met het groene petje en stappen in de bus onderwijl navragend of we echt wel naar Ninh Binh gaan. De chauffeur knikt, nou ja, op hoop van zegen.
We kiezen de plek vooraan in de bus, daar is meer ruimte voor onze backpacks en benen. Het zal ons benieuwen, het lijkt een beetje gek dat we de enigen zijn die naar Ninh Binh willen, maar voorlopig hebben we wel een mooie plek en zitten we goed. We kunnen altijd nog een taxi nemen als we heel ergens anders uitkomen.

De bus sluit zijn deuren (als de mechaniek het laat afweten is een klap op de deur voldoende om hem alsnog te sluiten)en we vertrekken in slakkengang naar de uitgang van het busstation. De chauffeur zit continu te bellen en lijkt te treuzelen met vertrek. Even later begrijpen we waarom. De man met het groene petje levert door het raam nog een paar pakketten af. Voor in de bus hangt een tv waar muziek op wordt afgespeeld. Er staat een, naar we aannemen, Vietnamese song op die de chauffeur blijkbaar mooi vindt, als hij is afgelopen speelt hij het al meeneuriend opnieuw en opnieuw af.
Na een kwartiertje zijn we dan echt op weg. Dat duurt alleen niet lang, want nog voor het eerste stoplicht gaat de bus langzamer dan stapvoets, de rij auto’s achter hem blokkerend en de chauffeur is druk aan het bellen. Het ene telefoontje na het andere. Eerst vriendelijk, later wat ongeduldiger en nog een paar telefoontjes later ronduit gefrustreerd. Steeds zien we de man met de groene pet weer. Nog meer pakketten volgen. Op een gegeven moment geeft de chauffeur het op en neemt hij (eindelijk!!) het eerste stoplicht, we zijn al 40 min onderweg en zijn niks opgeschoten. Zo wordt ineens duidelijk hoe we 2u kunnen doen over 100 km.
Als we denken dat we nu dan onderweg zijn, hebben we het mis. De buschauffeur mindert vaart na een telefoontje en de man met de groene pet komt ons al bellend voorbij scheuren achterop een taxi-brommer. Hij heeft de grootste lol met de bestuurder van het brommertje en druk zwaaiend laat hij de buschauffeur weten dat hij ‘handel’ heeft. In de chaos van de ochtendspits moet de chauffeur nu op een driebaans doorgaande weg stil zien te gaan staan om mensen binnen te laten die net midden op diezelfde drukke weg uit een taxi stappen. Het lijkt erop dat volledig stilstaan verboden is, maar in slakkengang rijden wel mag. De mensen moeten in de rijdende bus instappen. Links en rechts worden we voorbij gereden door luid toeterende brommers en vrachtwagens, het is een levensgevaarlijke bende!
De chauffeur heeft het ondertussen niet meer, maar de man met het groene petje lijkt zich daar niet aan te storen.
Als we na eindeloos treuzelen nog een keer zo goed als stoppen, komen er ineens nog 6 mensen bij. Nu lijkt de man met het groene petje tevreden te zijn. Hij springt van het brommertje in de bus, de deur sluit zich en voor het eerst deze ochtend geeft de chauffeur normaal gas.
Op naar Ninh Binh!
Bij de eerste de beste zijstraat minderen we echter weer vaart, gaat de deur open en hangt de man met het groene petje naar buiten, zoekend naar meer handel. Zo gaat het de rest van de reis door.
Zelfs op de snelweg haalt de chauffeur op bevel van de man met het groene petje halsbrekende toeren uit om mensen die op de vluchtstrook staan in de bus uit te nodig. We houden ons hart vast. Op de momenten dat we normaal doorrijden is het comfort niet veel beter, de chauffeur probeert de verloren tijd goed te maken en perst zich overal tussendoor, ook motoren worden niet gespaard, bijna spiegel aan schouder passeren we deze. Het is een wonder dat het steeds goed gaat. Het is sowieso een wonder dat we de afgelopen week niet één ongeluk hebben gezien en ook geen enkele auto met schade. Blijkbaar werkt dit toch wel goed. Wat ondanks de gevaarlijke acties toch ook goed werkt is de samenwerking tussen de chauffeur en de man met het groene petje. Zo samen doen ze best goede zaken, de chauffeur had zonder hem nog niet de helft van het aantal mensen en pakketten aan boord weten te halen.

Na ettelijke bijna-stops zwiept de bus ineens naar rechts een parkeervak in: het is plaspauze!
Twee minuten later vervolgen we onze reis en uiteindelijk na bijna drie uur stappen we een hele ervaring rijker uit in Ninh Binh. Dit is dan wel veel langzamer dan met een toeristische bus, toch voelen we ons een stuk meer in ons nopjes. Geen kinderachtige koordjes met het kenteken van de bus erop om ons nek tijdens plaspauzes, heerlijk!

We hebben nog niet goed en wel voet aan bodem in Ninh Binh of we worden aangesproken door een man die vraagt of we een taxi nodig hebben naar Tam Coc. Het staat blijkbaar op ons voorhoofd geschreven… de man zegt dat we voor 150.000 Dong kunnen worden afgezet in het centrum per luxe auto en ook hier betreft het een goede samenwerking. Het plan om eerst in Ninh Binh te ontbijten schorten we nog even op, aangeIen er geen fluit aan is voor zover we vanuit de bus konden beoordelen. Wanneer we zonder onderhandelen akkoord gaan met de prijs voor de taxirit, (we hadden al gelezen op internet dat we dit minimaal zouden moeten betalen) worden we naar een auto gebracht met een chauffeur die geen Engels spreekt. Die krijgt instructies van de man die ons aansprak en niet veel later vertrekken we, om na een kwartiertje in Tam Coc te arriveren.
Het lijkt wel of we ineens een andere wereld binnenrijden. De straten zijn gezellig gemaakt en er staan ineens bomen langs de weg en winkels hebben hun best gedaan om het er allemaal aantrekkelijk uit te laten zien, overal waar we kijken zijn restaurantjes, koffiebarretjes en touroffices. Overal fietsen mensen en als we uitstappen is de eerste taal die we zo een beetje horen Nederlands, heeeelllllp! Het is overtoeristisch hier.

In plaats van ons op het centrale pleintje te droppen rijdt de chauffeur een restaurant binnen en laad onze spullen daar uit. Er is geen ontkomen aan, hier gaan we wat drinken en bij voorkeur ook eten.
Uit beleefdheid bestellen we wat te drinken. De dame van het restaurantje is duidelijk verbolgen dat we niks te eten bestellen. Gelukkig waren we zo wijs om dat niet te doen, want het verse sap wat we bestellen is gewoon een siroop en nog een waterige ook. Stel je voor dat we ook nog wat hadden gegeten daar, brrrrr.
Het sap drinken we niet eens op, het is echt niet te zuipen. Als we er wat van proberen te zeggen spreken ze ineens geen engels meer.

We lopen naar het pleintje en maken een plan. We moeten nog een hostel zoeken. En hoewel we al veel op internet hebben bekeken hadden we besloten om het uiteindelijke besluit hier ter plaatse te nemen. De homestay die we getipt hadden gekregen (Tam Coc Garden) is bezet, dat hebben we de afgelopen dagen regelmatig gecheckt.
Na wat draaien en puzzelen op booking.com lopen we een straatje in, wat meer richting rijstvelden. We bekijken een mooie kamer, maar die heeft geen balkon oid en ook geen uitzicht. Iets wat we op deze unieke plek wel heel graag zouden willen hebben.
We vervolgen onze zoektocht wat verder ver van het centrum. Inmiddels lopen we nu op een weg door de rijstvelden met een paar hotels verderop. In de verte zien we een aantal bungalowtjes staan, precies naar ons zin en we besluiten polshoogte te gaan nemen. Tussen ons en de bungalows liggen rijstvelden en een weg zien we niet. Dan maar over het dijkje wat twee rijstvelden van elkaar scheidt.
Het is smal en op sommige stukken spekglad, daarnaast is dit pad ook door ossen gebruikt, we moeten oppassen dat we én niet in de enorme bergen mest trappen en aan de andere kant niet in het blubberige rijstveld slippen. Na een minuut of tien (het leek een stuk dichterbij vanaf de weg), komen we onder de modder aan bij de bungalows. De man en de vrouw staan ons met grote vraagtekens in hun ogen al op te wachten: ‘Why you take this way?!’. We zeggen dat we graag een authentieke experience wilden en daar moeten ze hard om lachen. Hun terrein betreden is nog niet makkelijk, er moet eerst een bruggetje van balken gemaakt worden. Maar ons terugsturen piekeren ze niet over. Met vereende krachten worden we binnengehaald. Onze voeten mogen we in de vijver wassen. Als we vragen of ze misschien plek voor ons hebben, blijkt dat het geval. Nog druipend van de vijver wasbeurt mogen we een van de bungalows bekijken (sterker nog eerst opdrogen zit er niet in, no problem, we moeten gewoon doorlopen!). Het is meer dan waar we op hoopten! Een zo te zien behoorlijk nieuwe, mooie ruime en brandschone bungalow wacht ons op. Het uitzicht is geweldig (dat hadden we op de heenreis al van dichtbij geïnspecteerd), voor de deur staan twee luie stoeltjes. Voor 500.000 Dong €18,95 per nacht is hij, inclusief ontbijt, van ons. Verkocht!! Wij gaan nergens anders meer heen de komende twee dagen.

Na een korte opfrisbeurt pakken we de vuile was bij elkaar om in het dorp te laten wassen en gaan nu dan toch echt op zoek naar een ontbijt. Het is 14u.
In het drukke deel van de hoofdstraat vinden we niks van onze gading, maar wen stukje verderop komen we bij een drukbezet gaaf ding. Niet het goedkoopste restaurant, maar alles gezien in het juiste perspectief eten we heerlijk voor een voor ons nog altijd spotgoedkoop bedrag.

Omdat ik me nog steeds niet lekker voel en het eerder slechter dan beter is geworden, en Onno eigenlijk ook wel gaar is van de reis, besluiten we terug te gaan naar onze bungalow en daar lekker te chillen en misschien zelfs even te gaan slapen. Onderweg proberen we nog gember op de kop te tikken zodat we thuis op ons gemak onze eigen thee kunnen zetten en niet opgeprikt in een restaurantje hoeven te zitten.
Bij het eerste stalletje hebben we geen succes. Alhoewel iedereen alles kan verkopen, als je maar even wacht tot ze het ergens anders bij een van hun concurrenten of, misschien beter gezegd, compagnons gehaald hebben, verkopen ze alles! De dame vraagt alleen een belachelijk bedrag waar niet over te onderhandelen valt 40.000 Dong per kilo, wat op zich netjes is, maar ik vraag een klein stukje en daar wil ze 10.000 dong voor en dat lijkt niet te kloppen. Ze legt uit dat het inderdaad duur is dat gember een beetje moeilijk te krijgen is. Dat klinkt ons niet bekend, want overal kan je hier gemberthee bestellen en die gember moet ergens vandaan komen. Dus bedanken we haar voor de moeite, maar toch nee, we zoeken nog even verder. Ze roept ons na dat het toch wel voor minder kan. Trots als we zijn lopen we nu door, laat die gember maar zitten!
Twee winkeltjes later zie ik ineens verse gember liggen, twee soorten zelfs! Ik wijs een stuk aan en de dame van het winkeltje weegt het stukje en pakt uit haar portomonee het bedrag dat het moet kosten, 5000 dong. Haha! Dat is snel verdiend!
Onno is inmiddels met de man des huizes/ winkeltjes ‘in gesprek’ geraakt en we worden uitgenodigd op de thee. Als we eerst beleefd afslaan dringt hij nogmaals aan. Nou ja, een kopje thee is best leuk! We schuiven aan en krijgen wederom een inimini kopje voorgeschoteld met et zulke wrange thee als van de week bij die marmer-kunstenaar. En ook nu zeggen we natuurlijk dat we het heerlijk vinden! Communiceren gaat moeilijk omdat ze absoluut geen woord over de grens spreken, maar toch met handen en voeten komen we erachter dat ze drie kinderen hebben en wij laten een foto zien van Onno’s kinderen.
Niet lang nadat we de thee op hebben komt het ‘happy water’ op tafel. Zelfgestookte rijstwijn. 1 glaasje moeten we toch wel minimaal drinken. Nou vooruit, eentje dan.
We proosten in het Vietnamees: ‘toesèkweej’ (dat hadden we geleerd bij de vorige homestay) en dat vinden ze erg grappig. De vrouw drinkt niet mee, maar vind het razend gezellig dat we er zijn. Zelfgebrande nootjes worden erbij gehaald en ze neemt actief deel aan het gesprek, onderwijl haar winkeltje in de gaten houdend. We vertellen waar wij vandaan komen en wat we van Vietnam hebben gezien en nog voor we het door hebben schenkt de man snel ons glaasje weer bij. Eigenlijk is de rijswijn best wel lekker, beter dan die thee en mijn keelpijn smelt als sneeuw voor de zon en ook mijn neus is voor het eerst in 24u weer open, ‘Toesèkweej!’
De gastvrijheid is hartverwarmend, dit is een leuk moment om een klompje te geven. We laten foto’s zien van mensen die klompen dragen, zodat ze begrijpen wat het is. Onze glaasjes worden alsmaar bijgeschonken en ik ga mij steeds beter voelen. Als de nootjes op zijn kopen wij bij het winkeltje een halve kilo nootjes en willen we wat daarvan op het schoteltje doen, zodat we niet alleen maar op hun dingen teren, maar daar willen ze niks van weten. Daarbij zijn de nootjes nog rauw en minder lekker geeft de dame aan. Hmmmm niet over nagedacht, rauwe nootjes hebben wij niet zoveel aan zonder een eigen keukentje. Blijkbaar kan ze gedachten lezen, want ze bied ons aan de nootjes voor ons te branden.
Dankbaar nemen we dat aanbod aan. Uiteraard kunnen we niet met lege glazen wachten, dus, nog ééntje dan maar. Even later kijken Onno en ik elkaar aan en schieten in de lach, hoe gaan we hier ooit wegkomen!? En wie weet ons huisje nog te vinden? Ok zo erg is het nog niet, maar we voelen het wel.
Als de nootjes warm terugkomen drinken we nog ééntje (ik ben inmiddels afgehaakt), we vullen het schoteltje aan met onze nootjes en dan nemen we afscheid.
Zodra de man en Onno allebei gaan staan wordt het lengteverschil ineens zichtbaar, de man komt Onno tot zijn schouder en het ziet er hilarisch uit! We maken nog een foto en nemen afscheid.
Wat een aardige mensen!
Onderweg naar ons huisje drinken we nog een kop koffie om op te frissen en daarna storten we neer op ons terras.
De test van de dag doen we niet veel meer. Het avondeten nemen we bij onze homestay, het eten is zoals eigenlijk overal hartstikke lekker en we zitten fantastisch met uitzicht op de rijstvelden, waar trouwens een rat op zijn dooie akkertje vlak voor ons langs liep terwijl wij rustig zaten te eten.

Na het eten gaan we vroeg naar bed. Het is best fris buiten en sowieso zijn we wel moe van de dag.

Woensdag

Om half vijf worden we wakker. Ik hoest mijn longen uit mijn lijf, mijn keel voelt of ik scheermesjes heb gegeten en mocht Onno in principe nog hebben kunnen slapen, mijn oergeluiden weerhouden hem daarvan. Hij maakt een kop kamillethee met gember klaar en we liggen zo een poosje wakker te zijn. Echt balen dat ik ziek ben! Pijnstillers maken het geheel een beetje draaglijker en na een poosje vallen we weer in slaap om rond half negen opnieuw wakker te worden en op te staan. Het is flink bewolkt, regent een beetje en wederom is het niet zo warm. Jammer, want het is hier prachtig, alleen kunnen we daar weinig van zien zo.
Volgens de voorspelling zou het in de loop van de ochtend droog moeten worden en in de middag ook wat zonniger en warmer. We wait and see, er is niks aan te doen…
Na het ontbijt nemen we de fietsen van de homestay mee en brengen we eerst een printje van de foto van Onno en die meneer waar we gister aan de rijstwijn hebben gezeten. Dat vinden ze leuk! We worden direct op de thee uitgenodigd, maar daar bedanken we voor. We springen weer op de fiets en gaan op zoek naar een plekje om onder het genot van een kopje koffie ons plan voor vandaag op te maken.

Ze hebben hier veel verschillende koffiesoorten die we thuis niet kennen. De egg coffee en coconutcoffee hadden we in hanoi al ontdekt, maar nu staat ook yoghurt coffee op het menu. Onno besteld de yoghurt coffee ik ga nog een keer voor de coconutmilk coffee.
Het plan voor vandaag is snel helder, er zijn drie dingen die we willen zien, twee pagoda’s en Hang Mua Vieuwpoint, dat is de hoogste berg hier uit de omgeving die met 500 treden je naar een uitkijkpunt brengt waarbij je 360 graden zicht hebt. Omdat het tegen de middag beter weer zou worden gaan we eerst de pagoda’s bezoeken.

Ook nemen we nog even contact op met onze easy rider, even checken of alles nog doorgaat en wat details over de betaling bespreken. Hij reageert wederom meteen en niet veel later belt hij zelfs om te vragenof we de grotten in Phong Na wel willen zien of niet. Het zit blijkbaar niet in het programma wat we hebben gekozen… Dat hadden we niet begrepen, we hadden deze rit gekozenomdat er geen grote stukken snelweg inzitten, maar dat is geen probleem, hij puzzelt wat en stelt voor dat hij over een half uurtje per whatsapp een plan b doorgeeft waardoor we wel de grotten kunnen zien. We wachten zijn bericht af en gaan ondertussen verder met Tam coc ontdekken.

Met google maps is alles zo gevonden. De eerste pagoda ligt vlakbij onze homestay en is mooi, maar niet bijzonder. Naarmate we meer tempels bezoeken blijkt het veel van hetzelfde. Het grote verschil met andere landen is dat we hier geen boeddha hebben gezien maaroude mannen die ze vereren. De fietstocht er naartoe was misschien wel meer de moeite waard dan de pagoda zelf. In de ‘hoofdtempel’ speelt een oude man met een lange sik op een eensnarig instrument wat verbonden is aan een luidspreker. Een soort ancient electrische gitaar. Met zijn ene hand tingelde hij aan de snaar en met zijn andere hand kon hij de snaar stellen door er meer en minder spanning op te laten komen. Het resultaat, een soort authentiek kattengejank, wat in deze serene omgeving eigenlijk best wel een mooie sfeer neerzette.
Niet veel later lopen we terug naar de fiets, die trouwens nergens op slot hoeft te staan en waarvan de grootte hilarisch is, de fietsen zijn duidelijk gemaakt voor mensen van Vietnamese afmetingen. Onno zit ook nu weer met zijn knieen in zijn nek. Op dit vlakke landschap is het makkelijk fietsen, zelfs een kleine fiets voldet prima. De remmen van de fiest zijn er slecht aan toe, de remblokjes zijn versleten en bij gebruik van de rem, krast er metaal over metaal wat een oorverdovend schel geluid geeft. Het probleem dat we geen bel op onze fiets hebben, is hierdoor wel meteen opgelost, als je vlak achter een paar voetganders je remmen inknijpt, duiken ze van schrik bijna het rijstveld in!

Het trekt al wat meer open als we naar de tweede pagoda gaan, onze jassen kunnen uit en ook het extra shirt is niet meer nodig. We droppen een deel van de kleding die we niet meer nodig hebben thuis, dat scheelt een hoop gesjouw. De eigenaresse van de homestay komt verschikt naar ons toe om te vragen of het allemaal wel goed gaat, omdat we zo snel terug zijn. Ze haalt opgelucht adem als we vertellen dat we alleen maar even wat af kwamen gooien.

De tweede pagoda is ietsje verder fietsen. Eenmaal aangekomen fluit een man in uniform en wijst dat we naar een afdakje toe moeten. We kijken nog even rond of dat is wat we zelf ook in gedachten hadden, en als dat te lang duurt volgens de man in uniform, fluit hij opnieuw en loodst ons naar het afdakje. Hier moeten we entree betalen, of misschien is het wel geld om onze fietsen te stallen, we hebben geen idee. Als we onze fietsen onder het afdakje willen zetten wijst de oude dame die blijkbaar de boel her regelt naar buiten dat daar onze fietsen moeten staan en vervolgens kijkt ze naar de zon en knikt dat het goed is. We snappeen niet wat ze bedoeld, maar lachen maar een beetje schaaachtig terug en zetten onze fiets inderdaad buiten neer, want binnen is blijkbaar geen optie nu. Als we niet oppassen zullen wij straks onze kont verbranden aan een loeiheet zadel, dat moeten we zient te onthouden, voor als we terugkomen…
We worden verwezen naar de toegangspoort, die al we eenmaal aankomen, op slot blijkt te zijn. Blijkbaar moeten we de zij-ingang nemen, dus terug lang de fietsenmevrouw die ons er nu wel doorlaat, ze wist dat we erdaar niet inkonden, dat kan niet anders! Op deze manier moesten we wel langs alle stalletjes met wierrook en nootjes, fluitjes en andere frutsels, waar we weliswaar niks van kopen, maar nu hadden ze iig een kans.

Deze tempel is een stuk meer bijzonder, hij ligt helemaal in een berg weggewerkt. Maar ook hier zijn we redelijk snel uitgekeken. De Pagoda die aan het water staat die we op internet hadden gezien en die ons juist zo mooi leek, hebben we niet gevonden, terwijl we echt elke ingang en doorgang geprobeerd hebben…

Terug naar buiten halen we onze fietsen op en verderop in een dorpje eten we wat springrolls en drinken we heerlijke verse sappen. Het kost helemaal niks hier en het smaakt geweldig, volgens Onno dan, ik ben behalve mijn stem inmiddels ook mijn smaak kwijt. Maar de vitamines in het sap zullen me vast en zeker goed doen. Inmiddels hebben we ook het plan b van Phuoc, onze easy rider, binnen. Het ziet er goed uit, alleen missen we nu een bezoek aan de Vinh Moc Tunnels, een plek waar 600 mensen 23 meter onder de grond hebben geleefd tijdens de oorlog. Het lijkt ons een heel bijzondere plekom te bezoeken. Als we vragen of dat er nog bij past, is dat geen enkel probleem. Heerlijk zulke mensen!

Na de lunch fietsen we met een omweg door de rijstvelden naar het vieuwpoint, 4 km uit het dorp. De tocht er naartoe is al geweldig. De rijstvelden zijn her en der al verder gegroeid, waardoor het frisse groen goed naar voren komt. Er wordt in veel rijstvelden gewerkt door mensen met de typisch Vietnamese hoedjes op. En als ze er niet aan het werk zijn hagt er wel een vogelverschikker, compleet met hoedje in het veld. We maken prachtige foto’s.

Onderweg worden we vriendelijk toegezwaaid en de kinderen roepen bijna allemaal ‘Hello’ als we aan komen fietsen en ‘bye bye’ als we voorbij komen. We passeren een begrafplaats waar tientallen geitjes, kippen en zelfs buffels zich tegoed doen aan het groen wat daar groeit. Dat de doden op hun graf wordt gescheten schijnt niet te deren.
Scheppen met slakken liggen midden op de weg te drogen en ook twee overreden slangen passeren de revu. Als we vanut de rijstvelden na een bergtopje linksafslaan, rijden we een volledig ingerichte winkelstraat in. Het Hang Mua Vieuwpoint is duidelijk een toeristische trekpleister. Nog voor we de straat in kunnen fietsen worden we aangehouden door 3 mensen die bij een parking zitten, we moeten onze fiets hier achterlaten. Het lijkt ons wat gek, maar ze zijn onverbiddelijk. Als we toch proberen door te fietsen roepen ze gedrieen dat we moeten stoppen. In de straat zien we ook verder geen enkele fiets of brommer, wat dan wel doet vermoeden dat het klopt.
We betalen 10.000 Dong per fiets (!) en gaan te voet verder. Nog geen 10 meter verder komen we een volgende parkeerplaats waar we de fietsen voor 5000 Dong per stuk kwijt kunnen. Zie je nou wel!! Ohhhh ik voel met echt zo opgelicht! Niet voor die paar centen, maar omdat ze hun ‘macht’ gebruiken om geld te verdienen. Helemaal aan het einde kan je de fiets zelfs gratis neerzetten…. Ongelooflijk! Temeer omdat de andere parkeerplaatsen nu bijna geen handel hebben omdat deze mensen haast agressief hun handel binnenhalen.

De toegang tot de trappen kost ook nog eens 100.000 Dong p.p. En omdat ik het erg benauwd heb van de verkoudheid wil ik in de eerste instantie niet naar binnen. Ik ben bang dat ik na de eerste 20 treden al vastloop.
Aan de andere kand is 3,80 Euro, want daar heb je het over, niet echt een dure gok… vooruit, ik ga toch maar. Het is een hele kluif, maar dat is het ook zonder verkoudheid, maar met een paar stops bereiken we de top. Het uitzicht is fenomenaal! Wat ben ik blij dat ik gegaan ben! We maken een paar mooie foto’s en ook laten we een foto door iemand anders van ons samen maken, wat we als tegenprestatie terugdoen voor hen.
De terugreis naar beneden is nog een stukje lastiger. De traptreden zijn smal en hoog en ik krijg elastieken knieen als ik naar beneden kijk. Onno heeft er geen moeite mee, die gaat voor me lopen, zodat ik me aan het hengsel van zijn rugzak kan vasthouden het ziet er vast niet heel stoer uit, maar dat laat me koud.
Halverwegen komen we een oudere man tegen die, toen wij naar boven gingen net aan de terugreis was gestart. Hij gaat dan wel niet zo snel, maar voorlopig was hij wel boven! We knopen een praatje aan en het blijkt een Engelsman (Berny) van bijna 75 te zijn die veel reist. Hij is gek op Vietnam en kan ons een paar goede tips over Hoi an geven die ik in mijn telefoon schrijf. Hij gaat vanavond terug naar Hanoi, maar binnenkort zit hij ook in Hoi An en als we willen kunnen we hem vinden via een kleermaker waar hij al zijn kleren door laat maken. Het was leuk om kennis te maken en wie weet lopen we hem later weer tegen het lijf.

We halen onze fietsen weer op (het valt ons alles mee dat de mensen er uberhaupt nog zitten om onze fietsen te bewaken, wij dachten dat ze al wel genoeg hadden verdiend...)

De terugreis naar onze homestay is een kado op zich. Het zonlicht is zachter nu hij bijna onder gaat. We maken ansichtkaartwaardige foto’s en genieten met volle teugen. Morgen laten we dit prachtige gebied alweer achter ons, dus nu is het zaak zoveel mogelijk in ons op te nemen.
Voor we naar huis gaan, organiseren we bij een outdoorshop annex reisburo eerst treintickets voor een 8 uur durende reis naar Hoi Dongh. De dame van de tickets is niet erg vriendelijk en probeert ons een beetje te overtuigen van dat we zachte bedden moeten nemen in plaats van zachte stoelen (die veel goedkoper zijn). Als we zeggen dat we toch echt stoelen willen, vraagt ze wat ze moet doen als die bezet zijn. Een andere optie zijn harde stoelen, waar we niet op zitten te wachten, maar omdat we haar niet helemaal vertrouwen, we denken dat ze ons dan sowieso die bedden gaat verkopen, zeggen we dat we dan de harde stoelen willen. Ik hoop maar in Godsnaam dat er zachte stoelen zijn, want van het dagje fietsen is mijn kontpijn van de afgelopen busreis weer geactiveerd en 8 uur op een houten bankje lijkt me geen feestje!

We betalen vast en om 20u kunnen we de tickets halen. In de deuropening bevestigen we nog even dat dit bedrag inclusief transfer naarhet treinstation is, wat volgens de dame niet waar is, maar volgens ons hadden we dat gewoon gelezen in het boekje wat ze ons zelf liet zien… Ze geeft toe en zal een taxi voor ons bestellen voor morgenochtend half 9. We hopen maar dat het goed gaat, een bewijs van betaling hebben we niet, alleen een foto van haar shop.

We eten vanavond weer bij de homestay, wel zo makkelijk en lekker en in het dorpje was er niets waar we perse graag wilden eten. Rond half acht gaan we eerst nog even water, keelpastilles en zakdoekjes halen voor morgen voor onderweg en daarna langs de shop waar onze treintickets klaar zouden moeten liggen. De dame van de shop komt direct naar ons toe met twee tickets met softseats (!!) en ze zegt dat ze de taxi ook al heeft besteld. Geweldig! We zijn opgelucht en bedanken haar vriendelijk. Ze vraagt ons of we nog wat bij haar willen kopen, maar er is niet veel in haar shop wat we nodig hebben. Rugzakken en jassen hebben we al, dan valt mijn oog op tijigerbalsem, dat lijkt me nog wel een aanvulling in onze mobiele apotheek. We kopen een flesje van het sterkste wat ze heeft en betalen daarmee waarschijnlijk onze eigen taxirit.

Terug bij de homestay eten we eerst een peer springrolls die worden geserveerd op een bord met bladeren. Onno vraagt of die bladeren eetbaar zijn en dat blijkt inderdaad het geval. De man des huizes maakt van de gelegenheid gebruik om zijn tuin weer in te gaan, we hebben hem nergens anders gezien de afgelopen dagen, en komt terug met een halve stuik aan die blaadjes. We versnipperen het over de springrolls en later over ons hoofdgerecht.
Ook nu komt de rijstwijn op tafel. We proosten dankbaar en spreken af voor morgenochtend dat we om 6.45 ontbijten en uitchecken. Dan hebben we nog alle tijd om bij onze taxi te komen.
Inpakken van onze rugtas bewaren we ook voor morgenochtend.
De homestay voor morgen neemt nog contact met ons op over de verwachtte aankomsttijd en na wat heen en weer mailen organiseren zij een taxi voor ons die ons voor een hele nette prijs van het station op komt halen en naar hen toe brengt. Ideaal!


Donderdag 28 feb Tam Coc- Dong Hoi- Phong Na

Om 6u gaat de wekker en niet al te fit staan we op. Dit soort tijdstippen dragen niet bij aan het vakantiegevoel. Na een korte douche pakken we inmiddels routinematig onze rugtassen in en verschijnen we stipt om 6.45 aan het ontbijt, wat ook meteen geserveerd wordt.
Als we hebben afgerekend en klaar zijn om naar de shop te lopen waar onze taxi zou moeten staan, krijgen we een lift aangeboden van de eigenaars, ze willen ons achterop hun scooters wegbrengen. Dat is wel heel aantrekkelijk en het lijkt ook zo dat we ze eerder zouden beledigen als we het afslaan, dan dat ze het lastig vinden om dit voor ons te doen.
Zo gezegd zo gedaan, 2 minuten later rijden we met twee scootertjes de 400 meter richting de shop waar we zijn moeten.
Als we afstappen staat er al een vrouw op straat die vraagt of we een taxi willen. We slaan het af, want we hebben al een afspraak bij de shop aan de overkant. Echter blijkt die nog op slot te zijn. Als we ons omdraaien om te bedenken wat we nu zullen doen, gaat de deur open en komt de vrouw van gister naar buiten. Ze zwaait naar haar overbuurvrouw, begroet vervolgens ons en wijst naar de taxi aan de overkant. Dat was inderdaad onze taxi en ze had haar overbuurvrouw gevraagd om ons op te vangen.
We stappen in en worden zonder dat we een woord wisselen met de chauffeur afgezet bij het station. We worden keurig netjes eruit geholpen en onze tassen krijgen we aangegeven. Daarna groet hij ons en rijdt hij weg. Ik was nog even bang dat hij om geld zou gaan vragen, maar dat is dus niet het geval.
Het is ongelofelijk hoe goed je afspraken hier kan maken. Ook al is het onderhandelen enzo een beetje grimmig (wat meestal niet eens het geval is), als je eenmaal een afspraak hebt gemaakt, komen ze die volledig na, ook al weten ze dat je toch niet meer terug zal komen om verhaal te halen.

Het station is klein en behalve 1 restaurantje en een tourist-office is er niks te doen. Ik loop even bij de touristoffice binnen om te vragen of ik hier ergens kan pinnen. Dat blijkt 2 km verderop te kunnen. Een andere man die daar koffie zit te drinken, ziet zijn kan schoon, veert op en roept: ‘taxi?’ , hahahaha! Ik bedank vriendelijk, we pinnen later vandaag wel in Dong Hoi.

De trein arriveert op de geplande tijd en we nemen met nog een berg andere voornamelijk locals (die ook kilo’s rijst en dozen vol andere spullen meesjouwen) plaats in onze zachte stoelen. De komende 8 uur is dit onze basis. De trein maakt een oorverdovende herrie, zo hard dat ik zelfoordopjes in doe om de hoofdpijn die ik van de verkoudheid heb nog een beetje binnen de perken te kunnen houden. En anders kunnen we nog onze koptelefoonmet noicecancceling opzetten. Wat een geschenk dat we die bij ons hebben! We hebben water en nootjes bij ons en na een kleine ontdekkingsronde komt Onno terug met het goede nieuws dat er ook noodlesoup te halen is voorin. Niet lang nadat we vertrokken zijn komt er een karretje voorbij met koffie (ja graag) en frisdrank, om 10u volgt een inventarisatie van ofe we een lunch willen bestellen, deze slaan we vriendelijk af, we willen namelijk noodles eten.
De trein raast met een gangetje van 70 km/h door het landschap. Er zijn nog steeds veel van die puisten die oprijzen uit het landschap en ook hier zien we mooie huizen, vaak nog in dezelfde smalle en verzorgde stijl zoals we dat ook in Hanoi en Sapa zagen. Verder zien we rijstvelden, heeeeel veel rijstvelden.
Om 11u worden de lunchpakketten uitgedeeld en voor wie niet heeft besteld komt er direct daarna een jongen met springrolls, kippenpoten, worstjes etc voorbij. Het ziet er lekker uit dus we besluiten de noodless even uit te stellen en eerst wat kleins te eten nu.
Onno besteld als eerste, twee van alles. Ik begrijp het verkeerd en denk dat hij trek heeft, als hij klaar is met bestellen, bestel ik ook nog een keer een hoeveelheid wat genoeg is voor de hele dag en niks meer te maken heeft met een snelle snack….
Als Onno maar blijft herhalen dat het veel te veel is, wordt het me duidelijk. Dus daarom had hij van alles 2 besteld!!
We eten het niet op en omdat het eten lauw is bestellen we als de drankenkar langskopmt asap een cola erbij, in de hoop dat we niet de rest van de reis boven het toilet hangen.

Bij elke stop wordt het drukker en drukker in de trein en er komt meer en meer bagage mee naar binnen, ondertussen is er bijna geen plakje meer vrij en we realiserenons dat we waarschijnlijk best wel geluk hebben gehad met onze plaatsen.
Deze reis blijkt de uitgelezen plek om de achterstanden in ons reisverslag weg te werken, de halve rit gebruiken we om nonstop eraan te werken. Het is ontzettend veel werk om dit te schrijven en soms is het best een last, als je te ver achter gaat lopen, begint het toch een beetje te drukken, maar het straks is zo leuk om te hebben. Jaren hebben we hier straks nog lol van.
En voor nu zijn we iig helemaal bij! Het is nu 14u, de treinreis duurt nog 2 uur en 20 minuten en de zon begint zojuist door de bewolking heen te breken. Wat fijn!!!

Ongeveer een uur voor we aankomen, wordt de bouw van de huizen zichtbaar anders en ook staan er ineens kerken in de dorpen. We zijn duidelijk een een of andere grens over gegaan. Later die avond zullen we lezen dat dat te maken had met Zuid Vietnam die zie meer op het westen orienteerde, terwijl Noord Vietnam zich meer op China en de Sovjet unie richtte.

De trein komt stipt op tijd aan en ook de chauffeur staat zoals afgesproken te wachten met in zijn hand een papiertje met onze namen erop, top!
In een spiksplinternieuwe SUV leggen we de laatste 40 km af naar onze homestay. We hebben dan 450 km overbrugd in 10 uur tijd, een mooi gemiddelde van 45 km/h. We rijden door het centrum van Phong Na en zien allemaal gezellige cafeetjes en leuke restaurants. Heerlijk, vanavond gaan we lekker uitgebreid borrelen en uit eten, zin in!!

De taxi verlaat Phong Na weer en rijdt nog een paar km de landerijen in. Als we uiteindelijk in de homestay arriveren is het even slikken. Alhoewel de de ontvangst vriendelijk is, de kamer netjes en de rivier prachtig, voelt het niet zo paradijslijk als waar we vandaan kwamen. Het lijkt erop dat ze de oude koeienstal hebben omgebouwd tot een paar gastenverblijven en ondanks dat dat best geslaagd is, is dit het simpelweg niet voor ons. ‘Not our cup of tea’.... We bestellen een biertje om van de schrik te bekomen en troosten ons met de gedachte dat het maar voor 1 nachtje is.

In de avond gaan we willen ergens in het dorpje hier op een steenworp vandaan eten, dat geeft vast ook een ander gevoel. En sowieso lijkt dat noodzakelijk, want zijn geen restaurantjes in de buurt. Alleen maar homestays die niet erg open lijken voor andere gasten dan hun eigen. Vanaf de kade van de rivier kunnen we in de verte al de kerktoren zien, daar is vast meer te beleven dan bij ons en een wandelingetje zalons goeddoen na een hele dag reizen. Als we na een snelle douchebeurt in schone kleren weer naar buiten lopen, voelt het alweer heel anders. We volgen de rivier met lintbebouwing en na een halfuurtje zijn we nog niet op de helft! Google maps werkt op zich wel, maar in dit geval lijken de afstanden wat onnauwkeurig weergegegeven. Onderweg zien we helemaal geen restaurants, op 1 chique hotel na, waar we nu een beetje underdressed voor zijn, kunnen we nergens een plakje vinden op te eten.
Bijna een uur nadat we vertrokken waren, willen we het opgeven, maar tegelijkertijd houdt de belofte van een ATM ons op de been, we moeten echt even pinnen namelijk. Na nog eens een kwartier langs alleen maar huizen en een soort supermarktshops komen we bij het centrum aan, we made it!! (Terwijl ik dit zit te typen op Cham Island, waar we een week later zullen arriveren, lekker op een luie stoel met een verse kokosnoot naast mijn toetsenbord, loopt er op nog geen meter afstand, volledig ongehaast, een knettergrote bruine rat langs en terwijl ik dit type komt er een beige voor terug… hahahahaha OMG!!!).
Waar was ik ook alweer….

Oh ja, de ATM…. Nou over ongedierte gesproken, de ATM was ook een belevenis op zich. Dat ding wordt naar alle waarschijnlijkheid zelden gebruikt hier, want hij zat barstensvol insecten en die trekken weer gekko’s aan. Kortom we moesten door een behoorlijke beestenboel heen om bij ons geld te kunnen, maar ook daar hebben we ons manmoedig doorheen geslagen. Met een volle portomonee hefden we aleen nog maar een leuk restaurantje te vinden en het liefste een waar we een keertje een cocktail konden krijgen, dat water en bier komt onze neus onderhand wel uit.
Het centrum waar we zijn aangekomen blijkt alleen een spookstad te zijn, er is helemaal NIEMAND, wat de rimboe in de ATM ook weer verklaart! Er zijn eettentjes, een soort avondmarkt en zelfs een karaokebar, maar we zien letterlijk geen gasten, behalve een paar locals. Iedereen heeft hier blijkbaar de beschikking over een motor of fiets en gaat naar Phong Na, hier vlakbij, maar te ver hier vandaan om te lopen en taxi’s zie je ook nergens.
Er zit niet veel anders op dan bij een streetfoodtentje te eten, colaatje erbij en (nog een rat, aaaahhhhhh!! Ik denk dat we eerst even gaan verhuizen) morgen nieuwe ronde nieuwe kansen.

Na het eten lopen we dat eind weer terug naar de homestay, maar ditkeer delen we de route op in tweeen, onderweg zetten we ons over onze schroom heen en gaan op het terras aan de rivier bij dat chique restaurant zitten en bestellen een cocktail. We hoeven ons niet te schamen voor onze kleding, want ook hier zijn we de enigen! De cocktail is goddelijk! En omdat je op 1 ben niet kan lopen, nemen we er ieder 2, heerlijk! Genietend van de stilte, dat is het voordeel als je alleen bent! En van de sterrenhemel, werd het toch nog een mooie avond!

Tegen tien uur liggen we in bed, morgen om half negen worden we opgehaald door Phuoc en nog iemand voor de motortour (hopen we!!) We hebben er heel veel zin in!!










  • 08 Maart 2019 - 04:44

    Renate:

    Hi Onno en Laura, leuk om weer mee te lezen. Gisteren de andere verslagen meegenomen voor mijn moeder, ik had ze in een groter lettertype voor haar geprint, zodat het wat makkelijker te lezen is voor haar.. Ze vond dit helemaal leuk en was daar erg blij mee. groetjes Renate

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Vietnam, Sa Pá

Onno en Laura

Actief sinds 25 Jan. 2018
Verslag gelezen: 116
Totaal aantal bezoekers 1763

Voorgaande reizen:

18 Februari 2019 - 11 Maart 2019

Vietnam 2019

28 Februari 2019 - 11 Maart 2019

Vietnam 2029

19 Januari 2018 - 30 Januari 2018

Sri Lanka

Landen bezocht: